Branchemanager Corien Beks: “Mode en bedrijfskleding vinden elkaar steeds vaker”
bezig met laden...
In de internationale media krijgt bedrijfskleding over het algemeen weinig aandacht. Bedrijfskleding wordt vaak gezien als eenvormig, functioneel en statisch - allesbehalve modieus dus, en niet bepaald nieuwswaardig. Maar achter al die schijnbaar gelijkende politieuniformen, portierspakken, veiligheidsschoenen en vakkenvullersshirts gaat een grote en complexe sector schuil die zich op hoog tempo ontwikkelt, en die de mode-industrie op sommige vlakken al ver vooruit is.
Wat gebeurt er in de wereld van bedrijfskleding? Hoe verhouden mode en bedrijfskleding zich tot elkaar, en wat kunnen ze van elkaar leren? In een reeks van drie interviews met workwear-experts werpt FashionUnited een licht op de branche. In het eerste deel van dit drieluik spreken we met Corien Beks, branchemanager mode en bedrijfskleding bij Modint. De bedrijven in de tweede sector vormen binnen Modint een aparte groep, Dutch Workwear. Beks voorziet de bedrijven regelmatig van kennis en advies op het gebied van ondernemerschap, duurzaamheid en circulariteit.
Bedrijfskleding in beeld
De waarde van de Nederlandse bedrijfskledingmarkt wordt momenteel ingeschat op een miljard euro, vertelt Beks - zo’n tien procent van de totale Nederlandse markt in kleding. Maar die waarde hangt wel af van hoe je bedrijfskleding definieert, en welke submarkten je onderscheidt. Beks: “Bedrijfskleding is eigenlijk een verzamelnaam voor verschillende typen kleding. Wij beschouwen bedrijfskleding als kleding die je draagt voor je werk. Daaronder vallen veel verschillende markten: kleding voor de horeca, de zorg en de retail bijvoorbeeld, van de polo’s van Karwei tot de jasjes van het Albert Heijn-personeel. Dan is er de kleding voor overheidsinstanties, zoals defensie, de politie en de brandweer. Daarnaast heb je corporate fashion, dat ligt wat meer op het snijvlak van bedrijfskleding en mode. Voorbeelden zijn representatieve kleding voor de luchtvaart en hospitality-sector. Vervolgens is er bouw- en veiligheidskleding, en promotioneel textiel… Er is dus niet zozeer sprake van één markt, maar van allemaal verschillende markten, met eigen, dynamische ontwikkelingen.”
Hoe breng je zo’n veelomvattende industrie in beeld? “We hebben jarenlang ons eigen marktonderzoek gehad, in samenwerking met een onderzoeksbureau, maar daar zijn we mee gestopt,” zegt Beks. “Het zijn best wel kostbare onderzoeken waarvoor de leden zelf betalen, en de meeste bedrijven zijn uiteindelijk toch vooral geïnteresseerd in wat er in hun eigen deelmarkt gebeurt. Internationaal is er nog wel budget voor onderzoeken binnen specifieke deelmarkten, bijvoorbeeld voor veiligheidskleding.”
Mode en bedrijfskleding
Hoewel mode en bedrijfskleding beide binnen Beks’ portfolio vallen, werken beide branches anders, vertelt Beks. Waar modeproducenten hun producten verkopen aan retailers en consumenten, produceren workwearbedrijven vooral in opdracht van andere bedrijven en organisaties. De productie van bedrijfskleding verloopt deels via aanbestedingen, waarbij de aanbesteder – een bouwbedrijf, bijvoorbeeld, of de overheid – een vastgestelde opdracht bekendmaakt waarop aanbieders zich kunnen inschrijven. Een pakket bedrijfskleding gaat meestal meerdere jaren mee. Opdrachtgever en leverancier sluiten dan ook vaak langdurige contracten af. Omdat van de leverancier wordt verwacht dat deze continue kwaliteit levert, is ook de relatie tussen leverancier en fabrikant intensief. Vaak is er sprake van langdurige partnerships, of hebben bedrijfskledingproducenten eigen fabrieken in beheer.
“De kracht van Modint is dat we zowel merkleveranciers in consumentenkleding als toeleveranciers in textiel en bedrijfskledingleveranciers vertegenwoordigen. De komende jaren zal steeds belangrijker worden dat daartussen verbindingen worden gelegd.” Dat werkt bijvoorbeeld goed in overlegsituaties, merkt Beks. “Tussen verschillende bedrijven is onderling minder concurrentie, met een positieve dynamiek tot gevolg. De bedrijven kunnen elkaar zo versterken in de gezamenlijke uitdagingen waar de hele kledingindustrie voor staat. Dat willen we graag stimuleren.”
Gemene delers
Ook hebben mode en bedrijfskleding een aantal actuele thema’s gemeen, ziet Beks. Zo verplaatst de verkoop van bedrijfskleding, net als die van consumentenkleding, geleidelijk naar een online omgeving. Als voorbeeld noemt Beks de opkomst van Proforto, een webplatform voor bedrijfskledingaanbieders. Op Proforto kunnen met name kleinere bedrijven, zoals schilders, schoonheidsspecialisten of tandartsen, werkkleding aanschaffen, waar dat voorheen vooral in fysieke winkels gebeurde.
Een ander relevant onderwerp voor mode en bedrijfskleding is duurzaamheid. Beks merkt dat steeds meer bedrijven vragen om advies op dit gebied. “Het animo en de motivatie zijn hoog, juist ook in de bedrijfskleding.” Net als de de sector consumentenkleding is de bedrijfskleding aangesloten bij het Convenant Duurzame Kleding en Textiel. Daarnaast zijn er nog andere beweegredenen. “Een belangrijke klant van de bedrijfskledingindustrie is de Rijksoverheid,” verklaart Beks. “Die is directiever op het vlak van circulariteit, in verband met de doelstellingen die zijn opgesteld met het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat om in 2050 een totaal circulaire samenleving te bereiken. Bedrijven die op aanbestedingen van de Rijksoverheid reageren, zullen daarin stappen moeten zetten.”
Bovendien geldt binnen bedrijfskleding ook dat duurzaamheid dé manier is om je als bedrijf te profileren. “Bij een aanbesteding kun je als aanbieder je niet onderscheiden door de look and feel van het product, want die zijn vaak vastgelegd in de aanbesteding en het programma van eisen,” legt Beks uit. “Maar je kunt je wel onderscheiden met wat je op het gebied van duurzaamheid doet.”
Circulaire innovatie
Binnen de bedrijfskleding bestaan dus belangrijke drijfveren voor innovatie op het gebied van duurzaamheid en circulariteit. Met name recycling krijgt veel aandacht. De bedrijfskledingindustrie heeft daarbij als voordeel dat gedragen kleding vaak geretourneerd wordt aan de werkgever. “Men wil graag voorkomen dat politie- en BOA-kleding op straat belandt, en dat iedereen het kan dragen,” legt Beks uit. “Daarom wordt het niet in de textielbak gegooid, maar teruggebracht. Daardoor is er een eenduidiger stroom in het retourneringsproces.” De kledingstukken zelf zijn daarentegen juist relatief moeilijk te recyclen. “Bedrijfskleding wordt meestal viezer dan consumentenkleding, dat maakt het hergebruiken van vezels niet makkelijk. En veiligheid gaat vaak boven duurzaamheid,” aldus Beks. “Op de kledingstukken worden bijvoorbeeld laminaten en coatings aangebracht die beschermen tegen bijtende stoffen of de kleding brandveilig maken. Maar die vertragen wel het recycleproces.”
Momenteel lopen er veel projecten om het hergebruik van materialen te vergemakkelijken, vertelt Beks, van de ontwikkeling van betere sorteermachines tot garens die oplosbaar zijn in de magnetron, waarmee kledingstukken sneller uit elkaar te halen zijn of logo’s losgehaald kunnen worden. Ook wordt gekeken hoe keuzes op ontwerpniveau het recycleproces kunnen beïnvloeden. Voor deze projecten zijn wel constante investeringen nodig, benadrukt Beks. “De ambities binnen de beleidsagenda zijn groot.”
Tegelijkertijd hebben Nederlandse overheden en bedrijven maar tot op zekere hoogte invloed op wat er gebeurt in de productieketen. Een deel van de keten is niet gesitueerd in Nederland, maar in Oost-Europa of Azië. Beks onderzoekt wat reshoring (het terughalen van de productie uit verre gebieden naar Nederland, red.) zou kunnen betekenen voor een duurzamere kledingproductie. “De loonkosten zijn hier wel betrekkelijk hoog, dus de vraag is dan ook: in hoeverre kan de productie machinaler?”
Tot slot: “Het is heel belangrijk dat de eindgebruikers – de inkopers van bouwbedrijven en zorginstellingen bijvoorbeeld - meer waarde gaan toekennen aan duurzaamheid en circulariteit,” aldus Beks. “Dat vertaalt zich uiteindelijk naar opdrachten, en dan vinden er echt veranderingen plaats.” Er is onder deze eindgebruikers nog wel veel behoefte aan kennis over circulariteit en duurzaamheid, ziet Beks. “Zij moeten de kledingpakketten inkopen, maar weten niet altijd wat ze kunnen vragen, of wat er mogelijk is.” Daarin speelt Modint Dutch Workwear een centrale rol. “Wij kunnen die kennis faciliteren. Dat houdt ons bezig.”
De komende weken duikt FashionUnited met expert Aileen Out en corporate fashion-bedrijf By Rockland dieper in de wereld van bedrijfskleding. De andere delen van het drieluik over bedrijfskleding in uw inbox ontvangen? Meld u aan voor de FashionUnited nieuwsbrief!
Beeld: Corien Beks, via Modint